Der Sommer gehtJetzt reifen schon d

Der Sommer geht

Jetzt reifen schon die roten Berberitzen
Alternde Asten atmen swach im Beet.
Wer jetzt nicht reich ist, da der Sommer geht,
Wird immer warten und sie nie besitzen.

Wer jetzt nicht seine Augen schliessen kann,
Gewiss, dass eine Fülle von Gesichten
In ihm nur wartet bis die Nacht begann,
Um sich in seinem Dunkel aufzurichten:-
Der ist vergangen wie ein alter Mann.

Dem kommt nichts mehr, dem stösst kein Tag mehr zu,
Und alles lügt ihn an, was ihm geschiet;
Auch du, mein Gott. Und wie ein Stein bist du,
Welcher ihn täglich in die Tiefe zieht.

Resultaten (Nederlands) 1:

De zomer gaatNu al de rode Berberisfamilie volwassen Veroudering Asten swach ademhaling in het bed. Wie is nu, niet rijke naarmate de zomer vordert, Zal altijd wachten en ze nooit hebben. Die nu kunt sluiten zijn ogen niet. Zeker, dat een overvloed van weergaven In wacht het alleen totdat de nacht begon. Om in te stellen in zijn donker;Hij is als een oude man. Niets komt, geen dag gebeurt aan de En alles is liegen tegen hem, wat het ook is; U ook, mijn God. Als een steen, u Welke dagelijks trekt hem in de diepte.

Resultaten (Nederlands) 2:

De zomer is nu al rijp rood barberries ademen Aging Asten Swach in het bed. Degenen die niet rijk nu, als de zomer komt, zal altijd wachten en ze hebben nooit geweest. Wie kan nu zijn ogen niet te sluiten, zeker, dat een overvloed aan visies Daarin wacht alleen tot de nacht begon, te zitten in zijn donkere -. het is voorbij als een oude man De Niets meer te komen, de ontmoetingen niet meer dag en alle liegen tegen hem wat geschiet, ook u, mijn God. En als een steen je bent, welke hem trekt dagelijks in de diepte.