Es fresco. Puedo esperar para usted. Usted también importante para mí, todavía. Te echo de menos, yo. Entiendo, no lo sé. Por qué sucedió, ayer por la noche. Lo último que quiero, que le enojado.
Het is vers. Ik kan niet wachten op u. U ook belangrijk is voor mij nog steeds. U mist, ik. Ik begrijp het, ik weet het niet. Waarom het gebeurde, gisteravond. Het laatste wat dat ik wil, welke je boos.
Het is cool. Ik wacht op je. Nog U kunt ook belangrijk voor mij. Ik mis je, ik doe . Ik begrijp het, ik weet het niet. Waarom gisteravond gebeurd is. Het laatste wat ik wil dat je boos.
Het is vers.Ik kan op je wachten.Je was erg belangrijk voor me, maar.Ik mis je, ik.Dat begrijp ik, ik weet het niet.Waarom dit gebeurd is, gisteravond.Het laatste wat ik wilHij was erg boos.